Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En van Levi zeide hij: [23]Uw Thummim en Uw Urim zijn aan den man, Uw [24]gunstgenoot; dien Gij [25]verzocht hebt in Massa, met welken Gij getwist hebt aan de wateren van Meriba. 23. Mozes spreekt hier, gelijk ook in de volgende verzen, God aan. Van urim en thummim, zie Ex.28:30. 24. Te weten, den hogepriester, die een man Gods en in Gods gunst was. Anders, uw welbeminde, uw weldadige, goedgunstige, goedertierene. 25. Zie de historie Num.20:.